Brouwproces
Het brouwproces
De Ingrediënten:
Water, Hop, Graan, Gist
Mouten:
Mouten is het verwerken van granen tot gedroogde, gekiemde korrels. Deze korrels worden mout genoemd. De graan wordt bewaterd en zo ontkiemt. Hierbij komen er enzymen vrij die het zetmeel later kunnen omzetten tot suikers. Tijdens het eesten worden de korrels door de temperatuur te verhogen verhit. Hierdoor wordt het ontkiemen gestopt, en wat er nu ontstaan is het mout.
Door het eesten op hogere temperaturen te doen krijg je donkerdere mouten. Zo krijg je dus de kleur maar ook de smaak van donkere bieren.
Schroten:
Het schroten of het kneuzen van de mout is om te zorgen dat de gisten via het water bij de suikers kunnen om op te eten. Ofwel het vergisten.
Maischen:
De geschrote mout wordt met water vermengt. Het mengsel wordt voor verschillende periodes tot verschillende temperaturen gebracht. Zodat zetmeel wordt omgezet in vergistbare suikers. Er blijven altijd ook onvergistbare suikers over. Die zorgen voor een zoetige smaken in het bier.
Klaren
Na het maischen is er een suikerrijke vloeistof overgebleven, waarin er nog vaste bestanddelen ronddrijven. Deze bestanddelen zijn verder niet meer nodig en moeten dus worden gefilterd. De geklaarde vloeistof die overblijft wordt wort genoemd.
De gebruikte mout die daarnaast overblijft heet bierbostel of draf. Dit kan voor brood worden gebruikt maar meestal krijgt het de bestemming van veevoer.
Koken
Wort is de basis van het bier. Dit bevat, zoals eerder genoemd, vergistbare en onvergistbare suikers. Na het klaren wordt het wort gekookt. Hop wordt toegevoegd aan het bier om verschillende redenen. Het geeft een bittere smaak, zorgt voor een stabiele schuimkraag, en bevordert de conservering.
Koelen:
Nadat het wort is gekookt moet het worden gekoelt voordat de gist word toegevoegd.
Vergisting:
De vergistbare suikers uit het wort worden door de gist omgezet in alcohol, koolzuurgas. Dit wordt de hoofdgisting genoemd. Door verschillende gist soorten krijg je verschillen in smaak en alcoholpercentage.
Lageren:
Het lageren van bier is het proces waarbij vers gebrouwen bier wordt overgebracht naar een apart vergistingsvat om daar te rijpen en te klaren. Dit stelt de gist in staat om resterende onzuiverheden en bijproducten te verwijderen, wat resulteert in een helderder en beter smakend bier.
Bottelen:
Na het brouwen moet het bier natuurlijk ook nog ergens in gedaan worden. Wij hebben 33cl flessen, incidenteel 37,5cl, 75cl flessen en stalen fusten van 20l.
Hergisting op fles
De bieren worden gebotteld met wat suiker en extra gist in de fles. Dit wordt de hergisting op fles genoemd en dit duurt ongeveer twee weken zolang moet het bier in de warmte kamer blijven op een contstante temperatuur van ongeveer 20 a 22 graden. Dankzij hergisting op fles bouwt er koolzuur op en blijft het bier langer houdbaar.